Geschiedenis

Operatieve vrijmetselarij

XIVe eeuw
Verschijnen van de eerste maçonnieke gebruiken binnen de gilden of beroepsverenigingen. Zij werden neergeschreven in diverse manuscripten, o.m.:

  • in het “Regius Poem” in 1390 (het oudste manuscript) ;
  • in het “Cooke Manuscript” omstreeks 1420.

Speculatieve vrijmetselarij

1717
Ontstaan van de moderne vrijmetselarij. Vier Londense werkplaatsen bundelen hun krachten en richten een Obediëntie op, de Grootloge van Londen.

1723
James Anderson, een Schots predikant, schrijft de grondregels neer in een gecoördineerde tekst, de “Old Charges”. Het is de eerste versie van de “Constitutions”. Hij introduceert hierin een nieuw begrip : de godsdienstige verdraagzaamheid. De Vrijmetselarij verbreidt zich in Groot-Brittannië, in de Engelse koloniën, in Europa en in de gebieden waar de Europese invloed zich doet gelden.

1738
Bul “In Eminenti Apostoli Specula” van paus Clemens XII : de Vrijmetselarij wordt veroordeeld overal waar de pauselijke macht zich doet gelden.

In onze streken

Tussen 1740 en 1770
Worden veel loges opgericht (o.a. te Bergen, Antwerpen, Luik, Brussel), evenwel zonder enige centralisatie, noch formele organisatiestructuur.

1770
Op verzoek van de Markies de Gages, richt de Engelse Obediëntie, de “Moderns”, de Provinciale Grootloge op. De Markies wordt “Provinciaal Grootmeester”, belast met de organisatie van de Vrijmetselarij in de maçonnieke provincie van de Oostenrijkse Nederlanden. Veel loges die geen erkenning nastreven, zetten nochtans hun werkzaamheden verder zonder aan te sluiten bij deze Obediëntie.

1786
Jozef II kondigt een edict af met de bedoeling de organisatie van de Vrijmetselarij te verbeteren. Hij herleidt het aantal loges in de Oostenrijkse Nederlanden tot drie toegelaten Brusselse loges.

Franse tijd
De aanhechting van onze streken bij Frankrijk doet de Vrijmetselarij heropleven. Het leger is daarbij een bevorderende factor. De “Belgische” loges hangen bijna twintig jaar af van het Grootoosten van Frankrijk.

1816
Na de ineenstorting van het Franse Keizerrijk voegen de verdragen van Parijs (1814 en 1815) en het Congres van Wenen België bij het Koninkrijk der Nederlanden. De “Belgische” loges hangen af van Nederland en koning Willem I verzekert zich van hun loyaliteit door hen onder te brengen in een Grootoosten der Nederlanden, voorgezeten door zijn tweede zoon, Prins Frederik, die als een held beschouwd werd omdat hij in Waterloo Napoleon bestreden had. Later wordt hij evenwel bevelhebber van het Hollandse leger dat naar Brussel afzakt om de revolutie de kop in te drukken.

De belangrijkste Obediënties in België vandaag

1833
Op 16 januari, oprichting van het Grootoosten van België.

1893
Op 4 april in Frankrijk, oprichting van de gemengde Obediëntie Le Droit Humain. De eerste Belgische loge, “45 Egalité” in het Oosten Brussel, wordt in 1912 opgericht.

1959
Enkele loges verlaten het Grootoosten van België en richten de Grootloge van België op.

1974
Op 20 april werd de eerste vrouwen logeopgericht in België door de Vrouwengrootloge van Frankrijk. De Vrouwengrootloge van België wordt onafhankelijk op 17 oktober 1981. In tegenstelling tot deze vier grote adogmatische Obediënties, stelt de Reguliere Grootloge van België het geloof in het Opperwezen voorop. Deze vereiste is “absoluut en kan nooit het voorwerp uitmaken van gelijk welk compromis noch van enige beperking”.